Behsat en ik zijn net terug van een bliksembezoek aan Istanbul, om daar te overleggen met een aantal mensen, over vertegenwoordiging, distributie, etc. We krijgen al een tijd veel reacties uit Turkije waarom we daar zo weinig spelen (we speelden tot nu toe alleen in 2005 op het Akbank Caz (Jazz!) Festival), en daar willen we ook verandering in gaan brengen. Het ziet er naar uit dat dat in mei van dit jaar voor het eerst gaat gebeuren, waarover later meer.
De eerste avond werden we meteen op zijn Turks onthaald door musicus Cengiz Baytemür, die kaval en ney speelde op onze eerste twee CD’s.
Hij ontvoerde ons naar een soort besloten zakenclub van zijn neef, waar vaak live muziek gemaakt wordt. Bij de begroeting wees hij meteen grijnzend op zijn sopraansax, die hij niet zonder bedoelingen had meegenomen… Zijn neef, de eigenaar dus, bezit zowel een imposante verschijning, als een uitzonderlijke levenslust en een werkelijk onwaarschijnlijke operastem.
Het is echt een volksmuziek-club, waar iedereen meezingt als hij iets kent. Ik kom er trouwens steeds meer achter dat Turkije vrij scherp verdeeld is tussen zij die niets anders willen horen dan volksmuziek, en zij die het nooit meer willen horen. Opmerkelijk dus dat onze paar Baraná-stukken die we uitvoerden met groot enthousiasme werden onthaald (want die zijn voor volksmuziekbegrippen echt vooruitstrevend). Ook de wildere improvisaties vielen erg goed!
De volgende dag was er door een annulering zowaar een moment om mijn eerste toeristische attractie na drie bezoeken aan Istanbul te gaan bezichtigen! Het werd Aya Sofia, de blauwe moskee: prachtige mix van het christelijke verleden van deze kerk, met subtiel aangebrachte islamitische details. Er zullen niet veel moskeeën zijn waar je een onaangetaste beeldtenis van Maria aantreft. Als ze het vroeger konden, moet het nu toch ook kunnen?
De tweede avond hebben we gegeten met Harun, een programmeur van het Istanbul Jazz Festival, in een leuk klein restaurant met een fantastisch zigeuner trio (kanun, klarinet, percussie). Zeker toen ze hoorden dat wij musici waren, zetten ze hun beste beentje voor. Weinig vernieuwend, maar geweldig, beter dan ik ooit op een podium heb gehoord.
Met nog een oude vriend van Behsat zijn we naar een concert van de groep Portecho gegaan in Babylon (Istanbul’s ‘hot’ club), leuke dj-act, die me wel wat aan C’mon & Kypski deed denken (hoewel ik die leuker vind). Met deze vriend belandden we uiteindelijk nog in een nachtclub aan de andere kant van Istanbul die vroeger van hem was geweest, waar ik wederom nog een stukje op de sopraansax van de superaardige saxofonist heb gespeeld. Veel te laat werd het uiteindelijk: dat is mijn jongevaderslijf niet echt meer gewend….