Dit is een kleine greep luistervoorbeelden uit de opera Hildegard met een centrale rol voor Wishful Singing (t.b.v. de aanvraag voor Der Müde Tod). In Hildegard Opera vormen gregoriaanse gezangen uit haar Ordo Virtutum de ruggengraat voor scènes uit haar leven.
Na een introductie uit de Ordo Virtutum en een proloog gezongen door Hildegard zelf nemen haar zusters (Wishful Singing) de luisteraar eerst mee terug naar het begin van het verhaal. De melodische kernmotieven van de contrapunt-passage zijn ontleend aan Hildegard’s Ordo Virtutum.De zusters zijn verhuisd onder aanvoering van Hildegard en – hoewel onwennig – opgetogen omdat ze zich hebben bevrijd van het juk van de abt en diens klooster. Hildegard daarentegen (gezongen door Wynanda Zeevaarder) begint ineens sterk te twijfelen aan de hele onderneming. Ook in Der Müde Tod zullen er dergelijke tegenstrijdige lagen komen. Hildegards geliefde/protégé Ricardis is haar ontnomen door de abt. Het koor becommentarieert in bittere en dreigende klanken Hildegards naderende ontsporing. Een dergelijke dramatische opbouw kan ik me ook goed voorstellen bij de laatste scènes van Der Müde Tod (de baby in het brandende huis).Hildegards assistent Volmar kondigt Ricardis’ onverwachte overlijden aan. Hildegard is diep getroffen. Het koor becommentarieert met zwevende intonatiegolven. Ik vind het schemergebied tussen ‘in’ en ‘out’ altijd heel erg spannend, in dit geval ‘in tune’ en ‘out of tune’.
CD Steven Kamperman Trio
Valentin Clastrier / Steven Kamperman
“Fabuloseries is an incredibly powerful CD; because of the mastery of the musicians, because of the unheard of sounds, because of the musical togetherness of these two musicians. But most of all because of their courage and ability to continuously find new turns, without ever loosing the special groove of this record. Considering its many influences, it’s kind of ridiculous to label this music with one style. It’s breathtakingly exciting and excellent music, even more remarkable considering the small and unusual instrumentation.”
Trouw****, Micha Andriessen